Het nieuwe normaal

Die citalopram (SSRI) werkt dus als een tierelier. Ik heb de afgelopen maand opgebouwd van 2mg tot 20mg per dag, en al in hele kleine doses was het verschil merkbaar. Hoe het werkt is dus nog niet vastgesteld – er zijn alleen hypothesen. Maar dat Joker 1 een goede troefkaart is staat voor mij als een paal boven water. 

Wat wapenfeiten: half april (dus al een maand geleden) ben ik naar een feest geweest, het lentefeest van mijn lieve vrienden Benno en Koert. Dat was ’s middags en ik kon het grootste deel van de middag boven op zolder in een logeerbed doorbrengen, maar enkele keren een half uurtje-drie kwartier meefeesten: met taart en nieuwe mensen, en bekende mensen, en vele gesprekken en wijnproeverij. Ik voelde me weer deelhebben aan normale sociale interactie. Ik werd er meer mens van. 

Eind april heb ik een week op de Veluwe gezeten in een klein, uiterst comfortabel en afgelegen huisje van Carine, die me dat had aangeboden. Wat ontzettend tof! Hier vond ik die andere kant van mijn persoonlijkheid terug. In mijn eentje ergens in the middle of nowhere zitten en dagenlang helemaal niemand zien of spreken. Er was zelfs geen internet. Heerlijk. Maandenlang was het mentaal en emotioneel gewoon te zwaar voor me om alleen te zijn; ik werd zo bang, moest dagelijks iemand spreken om niet verstrikt te raken in mijn eigen wanhopige gedachten en zorgen om de toekomst. Dat hoeft niet meer. 

In Hoenderloo heb ik bijna elke dag minimaal een uur en soms anderhalf uur buiten bewogen: gewandeld en gefietst met forse Veluwse heuvels ertussen. De rest van de dag moest ik daar in bed van uitblazen, maar een terugslag heb ik niet gehad. Ik heb alleen ontzettend veel vogeltjes gekeken, en fjorden in de wei.
Na Hoenderloo heb ik me begin mei een week laten terugzakken. Ik wist dat ik zou moeten bijkomen van al die lichamelijke inspanningen in het bos en ik heb het grootste deel van de tijd in bed doorgebracht. De truc is, weet ik nu, ruimte geven aan de vermoeidheid en aan de ontlading van de spanning die zich heeft opgebouwd door fysieke, mentale en emotionele activiteit. Zoals een rivier uiterwaarden nodig heeft om niet te overstromen. Zolang ik dat blijf doen (en daar de tijd-ruimte voor heb) kan er weinig gebeuren. 

Ik heb met een ijzeren discipline mijn rust gepakt, al geeft de citalopram me het gevoel dat dat niet meer hoeft. Zodra ik ga rusten (nog steeds elke 3 à 4 uur) zak ik heel diep weg. In een slaap en in een verstening die ik pas na enkele dagen herkende als de verstening van zenuwuiteinden die me in december een soort out-of-body experience gaven. Het is een restant ervan. Maar heel mild. En het pakken van rust blijft dus absoluut nodig.

Maar het meeste spectaculaire wapenfeit is de koorrepetitie van Venus die ik afgelopen woensdag bijwoonde, een koor waarin ik al bijna 20 jaar zing. Ik was van plan er heen te fietsen, mee in te zingen, even te blijven luisteren en daarna weer naar huis te gaan. Maar toevallig of niet stonden er geen stukken voor het aanstaande concert (kom allemaal luisteren!) op het repetitieschema, maar stukken voor het volgende programma. Waar ik in theorie weer aan mee zou kunnen doen en die voor iedereen nieuw waren…

Terwijl ik enkele maanden geleden nog mijn geluidsinstallatie uit moest zetten omdat ik ook in hoge geluidskwaliteit geen paar minuten zachte muziek kon verdragen, heb ik afgelopen woensdag een uur uit volle borst staan zingen. En het maakte me intens, intens gelukkig. Samen muziek maken, je stem letterlijk afstemmen op die van je koormaatjes, klinkers vormen, samen een lekker lage grote terts intoneren die dan precies blijkt te passen in het akkoord (raak!)… Het is een lichamelijke, emotionele en mentale vorm van samen zijn, van intimiteit zelfs, die voor mij representeert wat ik in gezonde doen tijdens de lockdowns al moeilijk vond en wat tijdens mijn ziekte de grootste nachtmerrie was: het afgesneden zijn. Woensdag haakte ik weer aan: ik kon meekomen, mijn ademsteun komt weer op gang, mijn lichaam doet het weer. Ongelooflijk. 

Ook nu had ik een terugslag verwacht, want ik lag na die repetitie, ondanks de slaapmedicatie, nog een uur te stuiteren in mijn bed van opwinding. Dat rempedaal van het autonome zenuwstelsel is nog niet terug. Maar die terugslag is vooralsnog uitgebleven en we zijn nu bijna drie dagen verder. Ik neem weer heel veel rust, zak weer heel diep weg als ik ontspan, maar ziek word ik er niet meer van. 

De Berggeit met de Twee Kunstheupen heeft definitief een geitenpaadje naar boven gevonden. Ik durf dat nu met de wereld te delen. De zon breekt weer door, er zijn weer vista’s die verder reiken dan donkere spelonken, mede omdat één van mijn koormaatjes een ballet in 17 delen (!) voor de Berggeit heeft gecomponeerd. Met alle personages van mijn blog erin: de Stresskip (geïnstrumenteerd voor piccolo en pizzicato cello) blijkt vlak voor het slotbal te kunnen vliegen. En de Wattals klinkt bijna zoals Richard Strauss Zarathustra introduceerde, alleen wat rustelozer, zoals de Wattals is. Dankjewel Kees, die zijn achternaam (de Schepper) eer aan doet. 

Dus het lijkt op een horrorsprookje met een goed einde, maar zover is het nog niet, wat mij betreft. Geitenpaadjes kunnen doodlopen, het ravijn in leiden, of in bramenstruiken eindigen. Er zijn genoeg verhalen van longcovidpatiënten die zo goed waren dat ze dachten te kunnen werken en daarna alsnog zo’n terugslag kregen dat ze langdurig of permanent arbeidsongeschikt werden. Dus ik reken me nog niet rijk. Ik kan nog heel weinig, lig nog steeds 14 uur per dag in bed. Het leven is nog niet normaal, en het zal nog even duren voor het dat wel weer is. Maar de ergste klappen heb ik in het begin van mijn ziekte gehad en ik weet nu hoe ik die situaties moet vermijden. Het leven zal weer normaal worden, ook al wordt dat misschien een nieuw normaal. Daar teken ik voor. 

Comments

Popular posts from this blog

De Trouwe Klokkenluider

De politiek van het ziek zijn (en beter worden)

Kennisvorming (2)